Als thuis wonen niet meer kan – de impact van Pleegzorg

Pleegzorg biedt opvang in een gezinssituatie aan kinderen die thuis tijdelijk niet meer terecht kunnen. Als pleegouder kun je het grote verschil maken in het leven van een kind en een andere toekomst voor het kind creëren. Om meer mensen kennis te laten maken met het pleegouderschap en te laten zien wat het werkelijk betekent voor ouders en voor het kind, organiseerde Kenter Jeugdhulp twee ‘verhalenavonden’. Op deze avonden vertelden ex-pleegkind Shanita (38), pleegmoeder Tonny (64) en moeder Judith (45) die haar kinderen moest afstaan aan Pleegzorg, hun aangrijpende verhaal. Ook hier in Mijn Geheim delen ze hun heel persoonlijke en indringende verhalen over de verregaande impact die pleegzorg op een kinderleven en mensenleven kan hebben.

——————————–

Judith (45) heeft vier kinderen: zoons Maurits (25) en Tijn (15) en dochters Imme (11) en Reva (9). Judith was verslaafd. Drie van haar vier kinderen werden uit huis geplaatst, iets waar ze jarenlang bang voor was geweest: ‘De dag die ik het meest vreesde, bleek achteraf de mooiste te zijn.’

‘Ik was rusteloos en altijd op zoek naar een kick. Het ergste wat me kon gebeuren was een kalm leven’

“Ik kom uit een fijn gezin met twee broers, twee zussen en liefdevolle ouders. Ik ben helemaal niets tekortgekomen, ook geen liefde. Al van jongs af aan was ik gek op aandacht. Ik deed er alles aan om in het middelpunt van de belangstelling te staan. Mijn hele leven heb ik eigenlijk altijd iets van buitenaf nodig gehad om me goed te voelen. Twee weken voordat ik zeventien werd. ging ik op mezelf wonen. Dat hoefde niet, maar dat wilde ik zelf graag. De wereld wachtte, ik wilde spanning en sensatie, ik was rusteloos en altijd op zoek naar een kick. Het ergste wat me kon gebeuren was een kalm leven. Er mocht geen saaie dag tussen zitten, alles moest te gek zijn. Al jong dronk ik alcohol en zoals bij alles kon ik ook hierin geen maat houden. Mijn eerste man ontmoette ik in de kroeg, ik was achttien, hij negen jaar ouder. Na twee maanden dacht ik: wat zou het leuk zijn om een kind te krijgen en al heel snel was ik zwanger.
We trouwden, de bruiloft was groots en meeslepend, zoals alles bij mij moest zijn. Later maakte ik kennis met cocaïne. Het gevoel dat het middel me gaf was geweldig, ik kon alles aan en eindeloos doorgaan. Er zat geen rem op, ik kon niet stoppen. Ik liet me drie weken in een kliniek opnemen, maar ik was nog niet terug of ik begon weer te gebruiken. Het huwelijk strandde. Er kwamen andere mannen in mijn leven en meer kinderen. Mijn verslaving hield ik angstvallig verborgen, want ik was als de dood dat mijn kinderen van mij zouden worden afgepakt als ik de waarheid zou vertellen. Inmiddels waren er wel af en toe instanties betrokken bij ons gezin, want ik kreeg te maken met huiselijk geweld, maar ik hield mijn mond stijf dicht. Ik probeerde Jeugdzorg te vriend te houden, ik werkte mee en kwam afspraken na, maar structureel veranderen deed er niets. Het echte probleem, dat ik een verslaafde moeder was, hield ik angstvallig geheim.
Uiteindelijk kwam mijn geheim toch uit. Mijn ex kwam aan de deur, zag hoe ik eraan toe was, filmde me en stuurde het filmpje naar Jeugdzorg. De dag daarna stonden ze op de stoep.”

Paniek
“Nu raak ik mijn kinderen kwijt en zal ik ze nooit meer zien, dacht ik. Ik was volledig in paniek en kon alleen maar schreeuwen en huilen. Die dag kreeg ik twee keuzes: of vrijwillig de kinderen tijdelijk ergens anders onder laten brengen en hulp aanvaarden of de kinderrechter laten beslissen. Die keus was makkelijk voor me, ik koos voor de eerste optie. Ik was zo ontzettend opgelucht dat ik eindelijk de waarheid kon vertellen, er viel een enorme last van me af. Mijn oudste zoon mocht bij me blijven, want hij was meerderjarig, mijn andere drie kinderen werden uit huis geplaatst. Ik was zo intens bang geweest voor dit moment, maar mijn angst bleek onterecht. Twintig jaar had ik actief gebruikt – verslaafd ben je levenslang – vanaf 2018 ben ik in herstel en negen maanden later waren mijn kinderen weer thuis. In het begin mocht ik de kinderen twee uur per week zien. Dat was ongemakkelijk, maar het stelde me ook enorm gerust, omdat ik met eigen ogen zag hoe goed ze opgevangen werden. Ik ben de pleegouders enorm dankbaar dat ze hun huis en hart openstelden voor mijn kinderen en met de pleegvader van Tijn heb ik nog geruime tijd een co-ouderschap gevormd. Mijn kinderen zijn altijd achter me blijven staan, ze zijn trots op me. De liefde die er was, is gelukkig gebleven. Mijn persoonlijke ervaringen zet ik inmiddels in om andere ouders te helpen, die in een soortgelijke situatie zitten of dreigen te komen. Ik werk als ervaringsdeskundige voor Jeugdzorg en dat doe ik met heel veel liefde en plezier. Mede dankzij hen kreeg ik mijn leven weer op de rit en kan ik een goede moeder zijn voor mijn kinderen. Dat geluk gun ik iedereen.”

——————————–

Tonny (64) is moeder van zes kinderen: vier biologische en twee pleegkinderen. Samen met haar man Kees ving ze in de afgelopen jaren maar liefst 28 pleegkinderen op. Inmiddels zijn ze met pensioen, maar twee volwassen pleegkinderen maken nog steeds deel uit van hun gezin.‘Je geeft niet alleen, je krijgt er ook heel veel voor terug.’

‘Het is geen liefdadigheid, niet belangeloos. Ik doe het ook voor mezelf, want het brengt me heel veel’

“Moeder worden van een groot gezin was altijd al mijn grote wens. Als klein meisje speelde ik dat ik moeder was van al mijn poppen. Onze eigen kinderen waren nog heel jong, toen we een informatieavond voor pleegouders bezochten. Mijn man en ik vonden het erg dat sommige kinderen de prijs betalen voor de misère van de ouders, dus meldden we ons aan als pleegouders. In het begin waren we naïef, we dachten dat we de kinderen die ons werden toevertrouwd ‘wel even’ konden redden. Inmiddels weet ik dat dat absoluut niet mogelijk is. Het verleden is voor de helft van het kind zelf, dat moet je niet vergeten. Je kunt het niet goedmaken voor deze kinderen, maar je kunt ze wel iets waardevols geven: een plekje uit de wind en iets positiefs in hun rugzakje voor het verdere leven. Door het kind uit de onwenselijke situatie te halen waarin het zich bevindt, kun je het verschil maken voor dat kind. En ook voor ouders kan een uithuisplaatsing een wake-up call zijn: ‘Je moet nu echt veranderen, anders krijg je je kind niet terug’.
Mijn ervaring is dat het bij ouders vaak gaat om onmacht. Niemand krijgt een kind om het in pleegzorg te plaatsen.”

Loslaten
“Mensen zeggen soms: ‘Wat goed dat je pleegkinderen opvangt,’ maar van die opmerking gaan mijn nekharen overeind staan. Want je geeft niet alleen, je krijgt er ook heel veel voor terug. Het is geen liefdadigheid, niet belangeloos. Ik doe het ook voor mezelf, want het brengt me heel veel. Loslaten is eigenlijk het allerbelangrijkste als pleegouder en natuurlijk is dat niet altijd makkelijk. Er zijn kinderen die contact willen houden en dat is prima, maar zelf zoeken mijn man en ik dat contact nooit. Want hoe goed de tijd samen misschien ook geweest is, het kind kwam toch bij ons, omdat het zich in een heel nare situatie bevond en misschien wil het die periode juist achter zich laten.
De kans om het verschil te kunnen maken in het leven van een kind is voor ons altijd de drijfveer geweest om pleegouders te zijn. Ik haal vaak onderstaande dichtregels aan als mensen ernaar vragen:

‘Ik heb een steen verlegd
In een rivier op aarde
Door het verleggen van die ene steen
Gaat het water er anders dan voorheen’

Als iemand me vraagt of het niet verwarrend voor een kind is om behalve een biologische moeder ook een pleegmoeder te hebben, antwoord ik dat moeders prima van meer kinderen kunnen houden en dat ook een kind best van twee moeders kan houden.
Als je als pleegouder ook biologische kinderen hebt, moeten die soms een stapje terugdoen, maar is dat zo erg? Onze eigen kinderen mochten best iets vinden van de kinderen die al dan niet tijdelijk bij ons kwamen wonen, ze mochten meepraten, maar wij als ouders beslisten of een kind bij ons bleef of niet. Onze eigen kinderen zijn heel sociale mensen geworden met het hart op de juiste plaats. Binnenkort wordt er voor het eerst een kleintje bij onze zoon geplaatst. Hoewel het soms zwaar was, had ik het pleegouderschap niet willen missen.
Tegen ouders die overwegen pleegouder te worden, zou ik willen zeggen: als je pleegouder wordt, verleg je een steen in een rivier op aarde van het pleegkind, maar ook in de rivier van jezelf en je gezin.”

——————————–

Shanita (38) werd als zesjarig meisje na een familiedrama in een pleeggezin geplaatst. Nu, 32 jaar later, is de band met haar ouders, zoals ze haar pleegouders noemt, nog steeds intens hecht en liefdevol: ‘Ik bid elke dag voor ze.’

‘Steeds moest ik op mijn hoede zijn, het voelde altijd onveilig. In het pleeggezin kwam ik tot rust’

“Mijn pleegouders zijn nog steeds een cruciale schakel in mijn leven. Dankzij hen heb ik mezelf gevonden en ben ik de vrouw geworden die ik nu ben. Ik ben trots op mezelf. Ik weet wie ik ben, wat ik waard ben, wat ik kan en waar ik sta in het leven en dat komt door mijn ouders. Ze hebben me altijd mijn eigen pad laten gaan. Hebben me nooit beperkt of opgezadeld met hun eigen angsten en zorgen om mij. Ik ben uit huis geplaatst, toen mijn vader mijn moeder van het leven beroofde. Ik heb het zien gebeuren, het beeld kan ik moeiteloos oproepen. Ik herinner me de sticker met 06-11 die op de grijze telefoon met draaischijf zat. Ik weet precies waar ik stond, wat er gebeurde en hoe dat eruitzag. Mijn moeder heeft me recht in de ogen aangekeken, toen ze stierf. Ik wist dat het echt was, maar kon absoluut niet bevatten wat er gebeurd was. Ik weet nog dat ik zei dat mijn tandenborstel mee moest, toen de politie vertelde dat ik op het politiebureau zou gaan slapen. Ik werd tijdelijk ondergebracht bij een ontzettend lieve juf, daarna verhuisde ik naar ons pleeggezin. Plotseling klopte de buitenwereld niet meer, ineens hoorde ik bij blanke ouders en dat was raar en confronterend in het begin. Binnenshuis was het heerlijk, voor het eerst kon ik zorgeloos spelen. Daarvóór was ik constant op mijn hoede geweest, er was altijd herrie in huis en mijn vader was daar de oorzaak van. Het voelde altijd onveilig. In het pleeggezin kwam ik tot rust, ik was er veilig, er was muziek van ‘Kinderen voor Kinderen’ en er waren veel knuffels. Buiten was eng, alles was een trigger: mensen met een kleurtje, de sirene van een ambulance en vooral de kleur rood die ik met bloed associeerde.”

Levenscoach
“De pijn heeft lange tijd deel uitgemaakt van mijn leven, maar het belemmert me niet meer. Ik heb me ervan bevrijd. Ik groeide op bij mijn liefdevolle ouders, ging naar school, doorliep de lagere en middelbare school, ging studeren, sportte veel en reisde zoveel als ik kon. Ik ben voor mezelf begonnen als levenscoach en ik zet me onder andere in voor Pleegzorg. Ik wil andere mensen helpen bij hun levensvragen en bij de problemen waar ze tegenaan lopen. Ik wilde anderen nooit tot last zijn met mijn eigen geschiedenis, maar inmiddels weet ik dat ik mensen juist kan helpen met mijn verhaal. Ik heb oog en oor voor anderen. Ik wil weten wat hen beweegt, delen wat mij bewoog en hen helpen helen. Mijn biologische moeder zal ik ooit terugzien in de hemel, mijn vader is vorig jaar gestorven. Ik had hem alleen als kind een keer teruggezien in de gevangenis, daarna jaren niet meer. Net voor zijn dood heb ik hem in het ziekenhuis bezocht en heb ik hem bedankt voor het leven dat hij me gegeven heeft, daarmee was het voor mij afgesloten. Onlangs heb ik het geloof gevonden en ik wil nooit meer zonder. Het heeft me zoveel moois gebracht. Elke dag bid ik voor mijn ouders. Ze zijn enorm blij voor me en heel trots. Elke week eet ik bij hen, want hoewel ik op mezelf woon, blijft hun huis mijn ouderlijk huis. Het allerliefste zou ik met iemand samen willen zijn en een kindje krijgen. Ik weet dat dat kan gebeuren, want ik geloof in wonderen. Er was een tijd dat ik wilde dansen in de hemel, maar nu dans ik op aarde. In het licht, vol liefde.”

——————————–

Voor bijna 23.000 kinderen tussen 0 en 21 jaar is een stabiel en veilig thuis niet vanzelfsprekend. Help een kind zo thuis mogelijk op te groeien, word ook pleegouder. Voor meer informatie: www.pleegzorg.nl

oud-pleegkind Shanita (38), Pleegmoeder Tonny (64) en moeder Judith (45)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *