Omgaan met verlies

Omgaan met verlies

Over omgaan met verlies kan Magda (50) meepraten. Twee jaar geleden verloor ze haar rechterhand bij een bedrijfsongeval. Haar handen waren haar belangrijkste bezit, want ze stelden haar in staat om haar geliefde vak van metaalbewerker uit te oefenen. Nog elke dag worstelt ze met het verlies van haar hand.

 

“Ik ben nooit een heel meisjesachtig type geweest. Altijd ravotten met de buurjongens, hutten bouwen, úren met technisch Lego in de weer, dat soort dingen. Het was dan ook niet verbazingwekkend dat ik naar de lts ging. Dat was een technische beroepsopleiding die nu onder het vmbo zou vallen. Je kreeg er ambachtelijke vakken als houtbewerking, elektrotechniek en schilderen. Ik was het enige meisje in de klas, maar voelde me als een vis in het water.
Ik had buiten school één vriendin, Ellen, die ik kende van mijn bijbaantje in de supermarkt. We kwamen in de puberteit en zij haalde me weleens over om wat make-up te proberen of een middagje te gaan shoppen. Ik vond het wel geinig, maar was blij als ik weer gewoon met mijn hoofd onder een motorkap kon verdwijnen. Met mijn oudere broers – ik heb er twee – sleutelde ik altijd aan oude auto’s. Die verkochten zij dan weer en het geld besteedden ze aan een nieuw barrel om op te knappen.
Ik herinner me nog wel dat Ellen mij op zaterdagavond kwam ophalen, helemaal opgedirkt, omdat ik kennelijk had beloofd dat ik met haar naar de lokale disco zou gaan. Ik zie die garagedeur nog opengaan en daar stond ze: kort rokje aan, haar getoupeerd, véél te veel oogschaduw… Ik was die hele afspraak vergeten, omdat ik voor het eerst mocht lassen van mijn broer. Stond ik daar in een vieze overall en met een lasmasker op. Dat gaf wel aan hoever onze prioriteiten uiteenlagen! Ze is nog steeds een goede vriendin van me, hoor. Ze raakte wel gewend aan dit soort dingen.
Mijn puberteit speelde zich dus voornamelijk af onder motorkappen, tussen zaagmachines en met die heerlijke lucht van olie of zaagsel in mijn neus. Op de lts koos ik uiteindelijk voor de richting metaalbewerking, omdat ik dat het stoerste werk vond. Weerbarstig materiaal dat je echt moest ‘overwinnen’. Ik haalde mijn eindexamen met vlag en wimpel. Daarna kwam ik na wat omzwervingen terecht op een bedrijf waar assemblages voor bruggen werden gemaakt. Ik werkte aan enorme constructies van pijlers en andere brugonderdelen. Machtig mooi vond ik het. Ik heb er, tot mijn ongeluk, ruim tweeëntwintig jaar gewerkt.

 

Incompleet

Het is belangrijk om te weten hoe ik als puber was en hoe gek ik op mijn technische vak was, om te kunnen begrijpen wat mij twee jaar geleden is afgenomen. Met het verlies van mijn hand verloor ik, naast mijn werk, een deel van mijn identiteit. Of beter: mijn werk wás voor een groot deel mijn identiteit. Zonder mijn hand ben ik op meer dan één vlak incompleet.
Van het ongeluk zelf weet ik niet zo veel meer. Ik raakte bekneld tussen twee machines en het is nog altijd niet duidelijk hoe dat is gekomen. Feit is dat ik op een vrijdagmiddag, twee jaar geleden, bijkwam in het ziekenhuis en me een uur later werd verteld dat ze mijn ene hand niet hadden kunnen redden. Die woorden dringen op zo’n moment niet tot je door, want je bent nog uren bezig met bevatten wat je nou precies in dat ziekenhuisbed doet. Pas toen ik in staat was om mijn beide armen op te tillen – mijn linkerhand was ook beschadigd, maar niet onherstelbaar – en het verband aan de rechterkant niet uitliep in de vorm van een hand, kwam het binnen.

En het is waar wat ze zeggen: je voelt een geamputeerd lichaamsdeel gewoon nog. Ik had er vlak na de operatie bijna net zo veel pijn aan als aan mijn linkerhand. Dan drukte ik op het alarmknopje om een zuster om pijnstilling te vragen, want rechts deed zo’n pijn en dat hield me uit mijn slaap. Een heel gekke gewaarwording.

 

Revalidatie

Ik heb ruim een jaar intensief gerevalideerd in een centrum en daarna – tot op de dag van vandaag – nog een paar uur per week bij een fysiotherapeut. Ook komt er iemand bij me thuis om me te helpen bij het opnieuw aanleren van de dagelijkse handelingen: een bh aantrekken, een pan aardappelen afgieten, een plant verpotten, noem maar op. Ik woon alleen en wil niet afhankelijk blijven van familie en vrienden. Ergens heb ik er nog wel lol in, in dat geklooi. Ik bedenk ook mijn eigen trucjes en handigheidjes.

Het grootste struikelblok is de aanblik van de stomp. Ik vind het lastig om dat woord te zeggen: ‘stomp’. Het geeft me de rillingen. Maar het is wat het is. Ik heb wel een prothese, maar die is natuurlijk geen gelijkwaardige vervanging. Er is, en dit meen ik, nog geen enkele ochtend voorbijgegaan waarop ik bij het ontwaken niet geschokt naar mijn handen staarde. Nou ja, naar mijn hand dus. En de stomp. Elke dag begint met een moment van totaal ongeloof. Ik voel mijn rechterhand en verwacht mijn rechterhand als ik mijn ogen wil uitwrijven als ik wakker word.

Afscheid nemen van een ledemaat is een rouwproces. Ik ken er alle facetten van: ongeloof, verdriet, woede. Het klinkt heel gek, maar ik ben soms echt woedend op mijn hand: waarom ben je er niet? Door jou loopt alles verkeerd! Van een stoere vrouw, die dagelijks fluitend naar haar werk ging om zich onder te dompelen in een fantastische wereld van weerbarstig metaal en krijsende machines, ben ik een gehandicapte geworden die niet eens haar veters kan strikken.
Ik krijg hulp van een therapeut en samen met haar probeer ik ‘afscheid te nemen’ van mijn hand. Klinkt zweverig hè? Ik knip nu rechterhanden uit papier en laat die door de wind meenemen vanaf de Erasmusbrug. Of ik ga een gesprek aan met de stomp. Ja, dat had je mij jaren terug ook niet moeten vertellen, want dan had ik je voor gek verklaard. Maar het helpt. Een beetje. Pas als ik het terugverlangen naar mijn hand kan loslaten, kan ik verder met mijn leven.”

 

Ook Jantien en Laurentien moeten omgaan met verlies. Jantien verloor haar grote liefde. Laurentien en haar man Johan gingen failliet en verloren daarmee niet alleen hun bedrijf maar ook bijna al hun bezittingen. lees hun verhalen in de pdf door hieronder op de afbeelding te klikken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *