LEGO Masters Jan en Lola streden ook samen tegen kanker: ‘Het is een bijzonder verhaal. Jammer dat het over ons gaat’

De kans dat je op jonge leeftijd kanker krijgt, is niet heel groot. En dat het zowel jou als je partner overkomt, is écht een zeldzaamheid. Toch gebeurde het Jan (30) en Lola (32), inmiddels landelijk bekend als de winnaars van het tv-programma LEGO Masters. Jan was nog herstellende van een hersentumor, toen bij Lola borstkanker werd vastgesteld. Inmiddels is Jan Pennings helaas overleden aan de gevolgen van zijn ziekte. Ter nagedachtenis aan hem herplaatsen we hier een eerder interview met Jan en Lola.

Lola: “In de media verschijnen vaak de uitersten als het gaat om kanker. Het zijn óf de verhalen over haaruitval, kale koppen en spugend boven de wc hangen, óf de verhalen over hoe het leven na kanker is veranderd. Dat is natuurlijk allemaal waar, maar er zitten veel meer kanten aan. Over de impact van kanker krijgen op jonge leeftijd lees je ook niet zo vaak. Het komt natuurlijk ook minder vaak voor, dat je ziek wordt op een leeftijd waarop je normaal gesproken je hele leven nog voor je hebt. In een fase waarin je keuzes maakt op werkgebied, misschien een gezin gaat stichten en het leven echt gaat ontdekken. Maar dat is wel wat ons is overkomen. Juist op dat moment in ons leven kregen wij allebei zo’n heftige diagnose. En dat had enorme gevolgen.”
Jan vult aan: “Juist daarom zijn we er ook zo open over. We hebben ervaren dat praten en openheid voor ons het beste werken en dat het ons ook helpt. En laten we eerlijk zijn, het is ook gewoon een heel interessant en bijzonder verhaal. Wij hebben alleen de pech dat het over óns gaat…”

Kortsluiting
Het is 2013 als Jan af en toe even niet lekker wordt. Hij wijt dat zelf aan het feit dat er op dat moment veel verandert in zijn leven. Hij gaat samenwonen met zijn vriendin Lola, moet stoppen met zijn opleiding omdat hij zijn propedeuse niet heeft gehaald en gaat werken. “Toen kwamen de paniekaanvallen,” vertelt Jan. “Althans, ik dacht toen dat het dat was. Het leek dan alsof er een soort kortsluiting ontstond in mijn hoofd. Het kwam steeds vaker voor en eigenlijk altijd als ik alleen was. Maar op een bepaald moment gebeurde het in bed waar Lola bij was.”
Lola: “Dat vergeet ik echt nooit meer. Jan dacht dat hij zei: ‘Ik krijg een paniekaanval.’ Maar ik hoorde alleen wat onverstaanbaar gemompel. Ik was zo boos dat hij nog niet naar de dokter was geweest. De dag daarna zat hij daar dus meteen in de wachtkamer.”
Op dat moment denkt het jonge stel nog niet aan heel ernstige zaken. De huisarts vermoedt epilepsie. Al is het wel vreemd, zegt hij, dat zoiets pas op latere leeftijd ontstaat.
Jan: “Er werd een MRI gepland en zelf bleef ik er vrij nuchter onder. De gedachte dat het echt goed mis kon zijn, kwam helemaal niet in me op. Zelfs niet toen het ziekenhuis belde met de mededeling dat de afspraak voor de uitslag met een week werd vervroegd. Je verwacht zo’n slecht bericht gewoon niet. Maar dat kwam dus wel…”

Agressieve tumor
Die dag krijgt Jan te horen dat er een flinke tumor in zijn hersenen is gevonden. Er is ook bemoedigend nieuws: de tumor is langzaam groeiend en zit er waarschijnlijk al jaren. Er volgt een operatie, waarbij negentig procent van de tumor verwijderd kan worden.
Jan: “Er werd afgesproken dat ik voortaan elk halfjaar een scan zou laten maken. Zo kon de groei van de tumor in de gaten gehouden worden. De arts maakte zich wat dat betreft niet zoveel zorgen. Het was echt een tumor die heel langzaam groeide. Maar een halfjaar na de operatie kregen we heel slecht nieuws. De tumor was ineens enorm snel gegroeid en alweer bijna net zo groot als vóór de operatie.”
Jan blijkt een gemuteerde variant te hebben en valt daarmee in de categorie ‘langzaam groeiende, maar zeer agressieve tumor’. Iets wat zelden voorkomt en waar dan ook maar weinig onderzoek naar is gedaan. De artsen zijn nu wel pessimistisch en bereiden Jan voor op een slechte uitkomst.
Jan: “Ik kreeg te horen dat de kans reëel was dat ik geen dertig zou worden. Het was echt afwachten of de chemo wel aan zou slaan. Eigenlijk was het een strijd die nog nooit iemand gewonnen had. Het komt hard aan als een arts zegt dat je vooral niet meer moet denken aan verder studeren, maar van het leven moet gaan genieten. Gek genoeg was toen mijn eerste reactie: ‘O nee, dan kan ik Game of Thrones dus nooit afkijken.”
Lola: “We hebben zelf bewust nooit in maanden of jaren gedacht. De ontwikkelingen staan niet stil en er bestaat elke dag een kans dat er toch een behandeling wordt gevonden. Hoe zwaar deze periode ook was, we zijn zelf best optimistisch gebleven.”

Als zombies
De chemo slaat gelukkig goed aan en in 2015 kan Jan gaan werken aan zijn herstel. Het leven lijkt de twee geliefden toe te lachen. Jans gezondheid verbetert en ze vinden een nieuw huis. Maar eind 2015 wordt het Lola allemaal te veel. Het jarenlange zorgen voor Jan breekt haar uiteindelijk op. Jan: “Ze had zichzelf helemaal aan de kant gezet voor mij. Superlief natuurlijk, maar voor haar was dat niet goed.”
Lola zit een tijdje thuis en probeert haar energie terug te vinden. Het jaar 2016 gaat voorbij en het paar krijgt weer vertrouwen in de toekomst. Er wordt gesproken over het stichten van een gezinnetje en begin 2017 maken ze een bijzondere reis naar Ghana. “We hebben daar volop toekomstplannen gemaakt,” vertelt Lola. “Van die mooie plannen die je alleen in een totaal andere omgeving kunt bedenken. Heerlijk was dat. We kwamen vol energie thuis, maar vijf dagen later stond ons leven wéér op z’n kop. Toen ontdekte ik een knobbeltje in mijn borst…”
Ook deze keer zijn Lola en Jan niet voorbereid op een slechte uitslag. Omdat ze nog zo jong is, denkt zowel de huisarts als Lola zelf op dat moment nog aan een opgezette klier. Toch wordt ze doorgestuurd voor een foto. Drie uur later staat ze weer buiten met de verpletterende diagnose borstkanker.
Jan is thuis druk bezig met de voorbereidingen voor een romantisch avondje met zijn tweetjes, als Lola binnenkomt met de uitslag. “Dat eten stond er dus de dag erna nog,” vertelt Jan. “We hebben de hele avond als zombies op de bank gezeten. Hoe groot is nou de kans dat je op die leeftijd allebei wordt getroffen door kanker? Hoe oneerlijk is dat? Maar met dat soort vragen kom je nergens, zo realiseerden we ons al snel. Je wordt in die rollercoaster geduwd en je moet wel door.”

Bizar
Lola: “Het was zo raar. Ik was ernstig ziek, maar zo voelde ik me niet. Ja, ik was soms erg moe, maar dat leek me eigenlijk logisch gezien de heftige periode die we achter de rug hadden. Na de diagnose ging het allemaal heel snel. We werden min of meer geleefd en dat was in die omstandigheden eigenlijk best prettig. Er was amper ruimte om echt na te denken, de artsen nemen je bij de hand. Het ziekenhuis stelde een uitgebreid behandelplan op en daar ben ik maar gewoon in meegegaan. Ik had ook geen keus.”
Jan: “Die eerste chemokuur was enorm zwaar voor Lola. Ze lag doodziek op de bank en kon helemaal niks.”
Lola knikt: “Ik kon alleen maar denken: hoe kan ik dit nóg zeven keer doen? Ik wist niet waar ik de kracht vandaan moest halen. Uiteindelijk ben ik daar doorheen gekomen door mijn mindset te veranderen. Bij elke kuur voelde ik me de eerste dagen hondsberoerd, maar na het weekend knapte ik altijd op. Mijn mantra werd: ‘Het wordt vanzelf maandag.’ Door het zo in stukjes te hakken, werd het draaglijk. Al blijft het bizar wat het met je lichaam doet. Zo veranderden mijn reuk en smaak totaal. Sommige dingen kan ik nog steeds niet eten, die ruiken voor mij naar chemo.”
Maar de chemo doet zijn werk gelukkig zo goed, dat tijdens de operatie blijkt dat de tumor al verdwenen is. Bovendien zitten er geen uitzaaiingen in haar klieren. Wel volgen er dan nog tweeëndertig bestralingen en immuuntherapie. Momenteel krijgt Lola nog hormoontherapie. “Ik heb echt het totaalpakket aan mogelijke behandelingen gekregen. Alles om de kans dat het terugkomt zo klein mogelijk te maken. Door de hormoontherapie kwam ik wel direct in de overgang terecht, dat is echt heel heftig.”

Uit elkaar
Met Jan gaat het in diezelfde periode ook weer niet goed. In augustus 2018 wordt bij de scan ontdekt dat de tumor opnieuw gegroeid is. Omdat Lola op dat moment vooral voor zichzelf moet zorgen, besluit Jan tijdens de behandeling bij zijn ouders te gaan wonen.
Jan: “Maar eigenlijk luidde dat ook het einde van onze relatie in. Als je zo veel meemaakt, heeft dat een enorme weerslag op je leven en alles wat daarbij hoort. Het cliché is waar, zo’n heftige gebeurtenis verandert je. Het lijkt alsof je pas na een ellendige periode echt jezelf wordt. Dat gebeurde ook bij Lola en mij.”
Lola vult aan: “Ook zonder kanker waren wij uiteindelijk uit elkaar gegaan, daar ben ik echt van overtuigd. De verschillen die toen opspeelden, waren uiteindelijk toch wel naar boven gekomen, al was dat misschien pas jaren later gebeurd. Natuurlijk was het heel heftig, maar ik ben zo trots op hoe wij eruit zijn gekomen. We namen ons voor om vrienden te blijven en dat is ook echt gelukt. Dat kunnen niet veel ex-geliefden zeggen.”

Unieke ervaring
Als Jan – al van kleins af aan LEGO-fanaat – ziet dat er deelnemers worden gezocht voor het nieuwe televisieprogramma LEGO Masters, meldt hij zich meteen aan. En natuurlijk is er maar één persoon die hij wilde vragen om mee te doen: zijn beste vriendin Lola.
“Tijdens onze relatie had Jan mij echt aangestoken met het LEGO-virus,” vertelt Lola. “Maar toen hij me vroeg om samen mee te doen aan dat programma, heb ik wel getwijfeld. Was het niet raar om dit als exen te doen? Konden we het fysiek en mentaal wel aan? Want ja, het gaat nu goed met onze gezondheid, maar de kanker heeft ons ook een flinke mentale klap gegeven.”
Jan: “Natuurlijk zijn het heftige jaren geweest, maar het heeft ons ook veel opgeleverd. We zijn zo onszelf geworden en dat laten we ook altijd zien. Zoals we op tv waren, zo zijn we altijd. We hebben echt reacties gehad als: ‘O ja, die Jan en Lola met hun drama steeds.’ Maar als wij boos, verdrietig of juist heel blij zijn, dan tonen we dat. We dragen geen maskers meer. Dat is misschien wel het meest waardevolle dat we hebben overgehouden aan die hele ziekte.”
Lola: “Er zijn zoveel mensen die negatieve emoties negeren en niet uiten. Dat is zo jammer. Ook woede en verdriet mogen er zijn, ze horen bij het leven. Door alles wat we hebben meegemaakt, hebben we geleerd om ook deze emoties te laten zien.”
Jan: “En ach, dat we dan in het programma een keer huilen of uit boosheid LEGO-blokjes door de studio gooien, dat hoort erbij. Dat is ook een deel van ons. Zoals gezegd, al die ellende heeft ons ook veel opgeleverd. Al hadden we het natuurlijk liever níét meegemaakt.”
Lola: “LEGO Masters was wel echt een unieke ervaring. Het kwam ook precies op het juiste moment op ons pad. We konden wel wat positieve energie gebruiken. En dat je het ook nog samen met een van de belangrijkste mensen in je leven mag meemaken, dat is misschien nog wel het meest waardevolle geweest.”
“Het was bijna magisch,” vult Jan aan. “Wekenlang zaten we in een soort LEGO-bubbel. We hebben er fijne vrienden aan overgehouden en misschien opent het ook nog wel deuren. Want bij LEGO werken, dat is echt mijn ultieme droom.” Lola: “Onze deelname aan het programma heeft sowieso al veel mooie dingen opgeleverd. Mensen die je herkennen, kinderen die foto’s sturen van hun bouwwerken of een handtekening willen… Het is allemaal zo bijzonder. Als je ons dit een jaar geleden had verteld, hadden we je vierkant uitgelachen.”

Vriendschap
De band tussen Jan en Lola was tijdens de tv-uitzendingen goed zichtbaar voor de kijkers. Ze kregen vaak de vraag of hun liefdesrelatie misschien hersteld was. Het antwoord is duidelijk: nee.
Jan: “We hebben meer een relatie als broer en zus. Zo voelt dat voor ons. We zijn een heel goed team en kennen elkaar door en door, maar meer zit er niet meer in.”
Lola: “We hebben samen zoveel meegemaakt. Mooie jaren gehad en ook de heftige dingen gedeeld. Dat we nu samen als vrienden verder kunnen gaan, is iets wat ik koester en waar we allebei heel zuinig op zijn.”
Wat de toekomst gaat brengen, is voor hen allebei nog een vraagteken. Maar dat vinden ze op dit moment niet zo erg.
Lola: “De komende jaren zit ik nog midden in de hormoontherapie. Dankzij meditatie en vooral door dingen te doen die me energie geven, kan ik dat aan.”
Jan: “Ik heb nog elke drie maanden een scan en tot nu toe gaat het goed. Lichamelijk gezien wordt het nooit meer zoals het was, maar 85 procent is goed genoeg. Mijn batterij is nooit meer helemaal vol, ik sta altijd in een soort energiebesparingsmodus. Maar ik bén er nog wel. Niet slecht, als je ooit te horen hebt gekregen dat je de dertig misschien niet zou halen!”

Tekst: Mariëlle Wijffelaars

Jan en Lola

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *