Netwerk Hemelrijk…voor jonge weduwen

Je partner verliezen is zeer ingrijpend, zeker als dat onverwacht en veel te vroeg gebeurt. Het overkwam Marscha (45), Ingrid (33) en Odette (44). Ze verloren alle drie hun man op veel te jonge leeftijd en bleven alleen achter met de kinderen, én met veel vragen. Hoe pak je je leven weer op, praktisch en emotioneel gezien? Hoe creëer je een nieuw toekomstbeeld, voor jezelf en voor je gezin? In die zware periode vonden ze steun en herkenning bij Netwerk Hemelrijk, een lotgenotenplatform voor jonge weduwen.

Marscha (45) was achttien jaar samen met Sjoerd, die in 2012 overleed aan blaaskanker. Op dit moment woont Marscha samen met hun twee zoons Hidde (14) en Jasper (11).

“Sjoerd en ik hadden een drukke thuissituatie. Onze oudste zoon Hidde was vanaf zijn geboorte een zorgenkind. Hij ontwikkelde zich langzaam en er werd nog steeds onderzocht wat er nu precies met hem aan de hand was. Onze jongste zoon Jasper was een slechte slaper. Sjoerd werkte fulltime als penitentiair inrichtingswerker in een gevangenis en ik had net een nieuwe baan gevonden in de evenementenbranche. Kortom: tropenjaren. Maar Sjoerd en ik waren een goed team. We hadden net een mooi huis gekocht, waarin we samen oud zouden worden.
In het voorjaar van 2012 kwam Sjoerd ziek thuis uit zijn werk. Hij dacht aan een blaasontsteking, maar bleek blaaskanker te hebben. Helaas bleek genezing niet mogelijk. Toch zag Sjoerd, de rasoptimist, nog volop kansen. Hij kon zich niet voorstellen dat hij zou sterven. Omdat het op zich best goed ging, besloot ik op een gegeven moment een weekendje weg te gaan met vriendinnen. De kinderen logeerden bij mijn ouders, zo kon Sjoerd even bijtanken. Maar toen ik die zondagmiddag thuiskwam, trof ik hem hondsberoerd aan. Daarna, tijdens zijn laatste tien dagen in het ziekenhuis, was ik non-stop bij hem. Mijn ouders lieten alles uit hun handen vallen om voor de jongens te kunnen zorgen. ’s Avonds kwam mijn vader naar het ziekenhuis en kon ik de dag van me afpraten.
Sjoerd had ontzettend veel pijn. Tien dagen pure hel. Als hij geen pijn had, was hij suf van de morfine. Hij kon niet praten over zijn sterven of over onze toekomst zonder hem. Hij wilde maar één ding: leven! Ik heb hem geholpen om het leven langzaam los te laten en om te sterven op een manier die bij hem paste. Ik heb geprobeerd om hem nog iets te laten schrijven, iets voor later. Hij kon het niet. Ik vermoed dat dat voor hem een teken van opgeven was. Zeven maanden na de diagnose overleed hij.
De dag na Sjoerds overlijden bracht ik de jongens naar school en liep ik door het park terug naar huis. Het begon te sneeuwen. Ik was ontzettend verdrietig. Niet om mezelf of om de kinderen, maar om Sjoerd. Omdat hij het nooit meer zou zien sneeuwen en al die andere mooie dingen in het leven moest missen. Het was gewoon oneerlijk. Hij had nog zo veel jaren moeten leven.
Mijn leven veranderde totaal. Twee weken na Sjoerds overlijden kreeg ik een arbeidsconflict met mijn werkgever. Hij wilde dat ik snel weer aan de slag ging. Ik had even tijd nodig, maar al snel werd duidelijk dat die ruimte er niet was. Ik stond perplex, maar liet het los. Ik had wel iets anders aan mijn hoofd. In diezelfde periode bleek namelijk uit onderzoek dat Hidde een uiterst zeldzaam syndroom had, waarbij kinderen naast lichamelijke afwijkingen ook verstandelijk beperkt en vaak autistisch zijn. In een tijdsbestek van een paar maanden was ik mijn man en mijn baan kwijtgeraakt en bleek mijn oudste zoon een verstandelijke beperking te hebben. Een jaar daarvoor had ik nog met Sjoerd geproost op de mooie toekomst die voor ons lag en nu lag diezelfde toekomst volledig in duigen. Hoe bizar!
Ik was verdoofd, maar er kwam ook een oerkracht vrij. Ik was pas achtendertig jaar en had nog een half leven voor me. Daar moest ik wat van gaan maken. Ik besloot orde op zaken te stellen. Ik ging naar de notaris, maakte afspraken met banken, ruilde twee auto’s in voor één kleine en alle abonnementen gingen de deur uit. Sjoerd had niets achtergelaten, geen wachtwoorden of inlogcodes, niets. Het was een ramp om alles uit te zoeken. Maar toen eenmaal duidelijk werd dat ik het financieel zou redden in mijn eentje, kwam er rust en ruimte om te rouwen.
Ik kon me slecht concentreren. Een boek lezen of een film kijken lukte niet. Muziek luisteren wel en dan lekker janken. Dat heeft geholpen bij het wegnemen van de eerste scherpe randjes. In het eerste jaar reed ik op de racefiets ook veel rondjes door de polder. Kop in de wind en keihard trappen. Daar kon ik heel wat woede, frustraties en verdriet in kwijt.
Mijn ouders hebben veel voor me gedaan en mijn broers en schoonzussen stonden voor me klaar met praktische hulp. Soms zit het grootse in heel kleine dingen. Bij de ene vriendin kon ik terecht voor koffie, een borrel, een diep gesprek of een kletspraatje. De ander kwam af en toe langs met een pan eten. Een buurman keek op zondagavond Studio Sport met de jongens, toch een mannending. Door alle buren van het hofje waarin we nog maar zo kort woonden, voelde ik me erg gesteund. Ik vond het heel prettig om dicht bij huis een vangnet te hebben.
Daarnaast zocht ik op internet naar informatie. Hoe deden andere jonge weduwen het? Ik las alles wat los en vast zat: boeken, artikelen in kranten en tijdschriften, en blogs. Zo kwam ik terecht op de site van stichting De Jonge Weduwe, de voorloper van Netwerk Hemelrijk. Een plek om in contact te komen met jonge weduwen met thuiswonende kinderen. Van elkaars ervaringen en expertise kun je leren. Als ik ergens tegenaan liep, kon ik hierop terugvallen.”

Nieuwe liefde
“Er is een nieuwe grote liefde in mijn leven: André. Ik wist niet dat het kon, maar het kan dus wel: opnieuw heel erg van iemand houden. Ik vond het wel best eng om me weer met iemand te verbinden. Een samengesteld gezin is niet eenvoudig, zeker niet als een van de kinderen een zorgenkind is. Het opvoeden van een verstandelijk gehandicapt en autistisch kind is sowieso al pittig, laat staan als alleenstaande ouder. André en ik hebben er bewust voor gekozen om apart te blijven wonen.
Ik ben dankbaar voor de achttien mooie jaren die ik met Sjoerd heb gehad. Als ik aan hem denk, denk ik niet aan die mooie bank die we samen hebben gekocht, maar aan de dingen die we samen deden. Twee leuke kinderen herinneren mij aan mijn leven met hem. Dat probeer ik levend te houden. Ik ben herinneringsbewaarder en verhalenverteller, maar we hebben inmiddels ook zo veel nieuwe herinneringen gemaakt zonder Sjoerd. Daar voel ik me soms schuldig om. Maar ik ben er trots op dat we hier als gezin doorheen zijn gekomen. En dat ik het niet heb opgegeven.”

Ingrid (33) was vijfendertig weken zwanger van hun tweede kindje, toen haar man Bruno drie jaar geleden totaal onverwacht overleed aan een hartstilstand. Ze doet nu haar uiterste best om zo goed mogelijk te zorgen voor hun kinderen Juliette (6) en Florian (3), en hun hond Skippy (10).

“Bruno en ik waren gelukkig getrouwd en woonden samen met onze dochter Juliette en onze hond Skippy in een eengezinswoning in Den Haag. Hij werkte als hypotheekadviseur en ik in het speciaal onderwijs. We deelden veel hobby’s, zoals de paarden, stijldansen en klussen aan oldtimers, en waren altijd bezig met onze dieren. Bovendien was ik zwanger van ons tweede kindje. We hadden alles wat we ons maar konden wensen.
Bruno was een sociale man. Hij kon goed praten en luisteren en was lief en begripvol. Ik had hem leren kennen op de rijschool, waar hij cursussen in mennen gaf. We trokken er vaak samen op uit met zijn paard Santa en werden verliefd op elkaar. Omdat hij achttien jaar ouder was dan ik, was ik bang voor de reacties van anderen, maar ik besloot voor mijn geluk te kiezen. Gelukkig zag iedereen hoe goed wij bij elkaar pasten. Ons leeftijdsverschil bleek totaal geen issue.”

Ongeloof
“Bruno was 49 toen hij een hartstilstand kreeg. Bij het opstaan voelde hij zich niet lekker. Hij zei dat ik de huisarts niet hoefde te bellen, maar bleef vervolgens bij het bed staan treuzelen. Ik had een onbestemd gevoel en vroeg nog eens of alles oké was. Toen zakte hij voorover op ons bed.
Vanaf dat moment ging het snel. Ik belde 112, stopte de hond in de bench en zette de voordeur open voor de hulpdiensten. Ik probeerde contact met Bruno te krijgen, maar hij was al ver weg. Toen niet veel later zijn ademhaling stopte, belde ik nogmaals het noodnummer en begon ik direct met reanimatie. De ambulance kwam, Juliette werd wakker en we werden opgevangen door de wijkagent. De brandweer werd erbij gehaald, want Bruno moest horizontaal vervoerd worden en daarom via het raam uit huis getakeld worden. Juliette vond de brandweerauto prachtig: ‘Kijk, daar is brandweerman Sam!’
Niet veel later zat ik alleen in het ziekenhuis. Mijn ouders zorgden voor Juliette en de rest van de wereld wist nog van niets. De ernst van de situatie drong nog niet tot me door. Tot iemand me kwam vertellen dat er niets meer voor Bruno gedaan kon worden. Ik mocht naar hem toe, hield zijn hand vast en kuste hem op zijn voorhoofd. Toen de apparatuur werd uitgeschakeld, overleed Bruno direct.
Mijn leven stond op zijn kop. Alles wat zojuist was gebeurd, kon gewoon niet waar zijn. Een man, die zomaar op een ochtend overlijdt en een zwangere vrouw en peuter achterlaat, zoiets gebeurt alleen in boeken en films. Ongeloof overheerste. Daarna schoot ik in een overlevingsmodus. Ik moest veel regelen. Ondertussen was ik bang, verdrietig en boos. Ik had geen idee waar ik aan toe was, wat ik moest doen en welke consequenties mijn beslissingen zouden hebben. Bovendien zat de bevalling eraan te komen, dus moest ik mijn tijd efficiënt gebruiken. In plaats van samen een geboortekaartje te ontwerpen, zat ik die middag met een map met rouwkaarten op schoot”

Eenzaam
“Vlak na Bruno’s overlijden speelde er zo veel dat er geen ruimte was om te rouwen. De zorg voor Juliette, de pasgeboren Florian en de rest van het leven – het slokte me op. Ondanks alle ellende wilde ik zo veel mogelijk genieten van Florians babytijd en alles wat ik nog wél had. Ik kreeg ook hulp. De onuitputtelijke steun van mijn ouders. En er waren nog meer mensen die zich om ons bekommerden, die ons hielpen met het uitlaten van de hond of kleren brachten voor de kinderen. Vriendinnen die hielpen bij het opruimen in huis, buren die hielpen met de boodschappen. Dat zal ik nooit vergeten. Maar na verloop van tijd veranderen je sociale contacten wel. Je raakt mensen kwijt van wie je dat nooit had verwacht. Anderen ontpoppen zich juist onverwacht als reddende engel.
Sinds kort gaat Florian af en toe naar de peuterspeelzaal. Ik merk dat er nu ruimte komt voor rouw. Ik bedoel het niet als verwijt, maar voor de rest van de wereld is Bruno’s overlijden ‘alweer drie jaar geleden’. De wereld heeft geen idee waar je doorheen gaat. Mensen willen misschien wel helpen of iets bemoedigends zeggen, maar ze hebben vaak geen idee hoe of wat en doen daarom maar niets. Ik voel me dan ook vaak eenzaam. Een vriendin wees me op stichting De Jonge Weduwe, wat later Netwerk Hemelrijk is geworden. De erkenning en de herkenning die ik daar vond, waren hartverwarmend en steunend. Ik was niet de enige die dit had meegemaakt! De verhalen van andere weduwen, hun emoties, ergernissen en galgenhumor – het gaf me rust en de bevestiging dat ik het goed deed. De persoonlijke aandacht van lotgenoten is zo belangrijk. Zonder deze stichting was ik nooit zo sterk door deze periode heen gekomen.”

Wilskracht
“Met het overlijden van Bruno ben ik veel kwijtgeraakt. Ik verloor mijn stabiele leven. Alles is veranderd. Wat ik voorheen deelde, komt nu alleen op mijn bordje terecht. Ik mis niet alleen de liefde van mijn leven, iemand om mee te sparren, maar ook een extra paar handen. Bruno als vader van mijn kinderen is onvervangbaar. Stilte kun je verbreken, aandacht kun je opnieuw krijgen, zelfs liefde kan opnieuw ontstaan, maar mijn kinderen krijgen hun papa nooit meer terug. Dat doet ontzettend veel pijn. Toen ik vorig jaar Bruno’s paard moest laten inslapen, kwam er veel verdriet los. Het paard was oud en het was de juiste beslissing, maar het deed mij veel verdriet dat Bruno niet zelf kon beslissen over zijn paard. Het beestje had in zíjn handen moeten sterven.
Plannen voor de toekomst maak ik niet. Ik leef bij de dag. Ik zorg zo goed mogelijk voor mijn kinderen, mijn hond en mezelf. Ik hoop op minder financiële zorgen. Ik ben gaan hardlopen met de hond en doe aan klassiek ballet. Ik ben twintig kilo afgevallen en fitter dan ooit. Dat helpt me om mijn dagelijks leven vol te houden. In maart wil ik een halve marathon gaan lopen. Gewoon om aan mezelf te laten zien hoeveel doorzettingsvermogen, wilskracht en lef ik heb. Ik heb het aardig op orde en weet inmiddels dat het oké is om ook eens niet oké te zijn. Ik geniet nog meer van wat ik nog wél heb. En ik doe het allemaal toch maar mooi.”

Tien jaar geleden was Odette (44) hoogzwanger van hun derde kindje, toen haar man Bas bij een verkeersongeluk om het leven kwam. Ze woont nu samen met Luc (38) en haar drie kinderen: Vito (15), Nova (12) en Fabio Bas (10).

“Bas en ik werden op de middelbare school verliefd op elkaar. Ik vond hem zorgzaam en slim, maar ook bescheiden. Hij had stralende ogen en een heel vriendelijke lach. Na onze studietijd huurden we samen een woning en later kochten we een leuk huis. We trouwden en kregen zoon Vito en dochter Nova. Bas was een toegewijde en liefdevolle vader. Wat hem betreft was ons gezin compleet, maar ik wilde graag nog een derde kindje. Uiteindelijk stemde hij in en al snel raakte ik zwanger van onze jongste. Ik herinner me die keer dat hij me lachend aankeek en zei: ‘Je krijgt het altijd voor elkaar, hè!’
Bas verbouwde onze zolder en mijn zwangerschap vorderde gestaag. Tijdens de kerstdagen brachten we, anders dan voorgaande jaren, veel tijd thuis door met z’n viertjes. We kozen een baby-jongensnaam en maakten foto’s van de kinderen voor het babykaartje. Achteraf heel onwerkelijk dat het onze laatste dagen samen waren.”

Hoop en vrees
“Toen Bas op 28 december 2009 maar niet thuiskwam zoals verwacht, werd ik ongerust. Als ik Bas belde, nam hij altijd op, maar nu niet. Op internet las ik: File op A28 door ernstig ongeval. Ik voelde een steek in mijn hart. Op de een of andere manier voelde ik gewoon dat Bas daarbij betrokken was. Ik belde zijn ouders. Die zeiden: ‘We komen eraan, Odette.’ Daar was ik achteraf zo blij mee, want het werd later en later. Urenlang zweefden we tussen hoop en vrees. Bas nam nog steeds niet op. Ik belde de politie, maar daar werd ik niets wijzer van. Ondertussen voelde ik zo sterk dat Bas dood was. Mijn schoonouders, die natuurlijk ook ongerust waren, hielpen me rustig te blijven. Ik bracht de kinderen naar bed en tijdens het voorlezen hoorde ik de voordeurbel gaan. Ik kon wel door de grond zakken toen ik beneden kwam en de piepjonge agenten zag staan. Er volgde een stilte op mijn vraag: ‘Is hij dood?’ Toen kwam het antwoord: ‘Ja.’ Ik kon het wel uitschreeuwen: ‘Nee!’
Het eerste wat ik dacht, was: dit kan ik niet, ik kan niet zonder hem. Het woord ‘dood’ hoorde niet bij Bas, het woord ‘weduwe’ niet bij mij en ‘half-wees’ niet bij onze kinderen. Ik was radeloos en lamgeslagen. Tegelijkertijd draaide mijn hoofd op volle toeren. ‘Ik kan het niet’ was gewoon geen optie. Ik moest door. Een paar uur later, het was midden in de nacht, zag ik hem in het mortuarium. Bas had dit ongeluk onmogelijk kunnen overleven, zo hard was hij geraakt door die andere auto. Ik was zo verdrietig.”

Vertrouwen
“De volgende ochtend heb ik Vito en Nova, toen vijf en drie, verteld dat hun papa dood was. Dat was het moeilijkste wat ik ooit in mijn leven heb gedaan. Nova keek sip, maar het nieuws drong niet echt tot haar door. Vito draaide zijn gezichtje weg, en zei: ‘Ik ben moe.’ Daarna schreef hij op een vel papier: Mijn papa is doodgegaan. We hadden Vito weleens een verdwaalde letter zien schrijven, maar nog nooit zo’n volzin.
De week die volgde, was hectisch en bijzonder. Het verdriet zat als een krop vast in mijn keel. Eten hield ik niet binnen en slapen lukte niet. De adrenaline gierde door mijn lijf. Overdag hielp mijn omgeving me om alles zo goed mogelijk te regelen. ’s Nachts lag ik wakker of zat ik naast zijn kist. Ik moest zo veel beslissingen nemen. In gedachten liet ik Bas antwoorden op de vragen die er waren. Daar legde ik dan mijn eigen antwoord naast en vervolgens nam ik weloverwogen een besluit.
Ik ben mijn familie, schoonfamilie, vrienden en buren ontzettend dankbaar voor alle steun die we van hen hebben gekregen. Er bleef iemand logeren, er werden boodschappen gehaald, er werd gekookt en de verbouwing werd afgemaakt. Zo kreeg ik de ruimte om me te focussen op de kinderen en mijn zwangerschap, die nog maar zes weken te gaan had. Achteraf heb ik me weleens schuldig gevoeld over het feit dat ik zo weinig bezig was met het kindje in mijn buik. Pas op de laatste avond vóór de geplande keizersnede, toen mijn twee kinderen in bad mijn buik aan het wassen waren, kreeg ik het vertrouwen dat we ook met z’n vieren een prachtig gezin zouden gaan vormen.”

Fundament
“Kort na Fabio’s geboorte was ik heel bang om ook hem te verliezen. Hij kreeg een klaplong. Het verdriet om Bas schoof toen even naar de achtergrond. Met Fabio is het gelukkig goed gekomen. Het is pijnlijk dat Bas en Fabio nooit van elkaar hebben mogen genieten, maar ik heb Fabio altijd gezien als mijn laatste cadeau van Bas.
Gelukkig had ik fijne mensen om me heen, maar niemand wist écht hoe ik me voelde. Het was soms zwaar om de ‘lasten’ van het gezinsleven niet met Bas te kunnen delen, maar het allermeest miste ik het kunnen delen van de ‘lusten’, de fijne dingen. Via stichting De Jonge Weduwe leerde ik vrouwen kennen die in hetzelfde schuitje zaten. Het contact met lotgenoten gaf me kracht en later ook richting. Sommige weduwen vertelden dat ze na een tijd toch weer gelukkig waren geworden. Dat kon ik destijds amper geloven, maar het gaf me wel hoop. Aanvankelijk kwam ik vooral advies halen, inmiddels kan ik het zelf ook geven. Met mijn achtergrond in het basisonderwijs, mijn opleiding tot rouw- en verliesdeskundige en bovenal mijn persoonlijke ervaringen hoop ik anderen te kunnen helpen.
In december is het tien jaar geleden dat Bas verongelukte. Het liefdevolle fundament onder ons gezin was goed en op die basis kon ik verder bouwen. Er kwam een nieuwe man in ons leven: Luc. Hij bracht nieuwe energie in ons gezin en had een fantastische klik met de kinderen. Hij koos niet alleen voor mij, maar ook voor mijn gezin. Luc gaf me weer het ‘samen’-gevoel. Toch was het ook lastig. Ik moest bereid zijn om weer te durven verliezen.
Ik ben ontzettend trots op waar we nu staan met z’n allen en het is fijn om te voelen dat onze liefde voor Bas altijd mag blijven bestaan.”

Over Netwerk Hemelrijk
Netwerk Hemelrijk is een platform waar je als jonge weduwe terecht kunt. Een plek waar je kunt landen, weer even wat bodem onder je voeten kunt voelen als je weduwe bent geworden. Met mensen om je heen die met je mee kunnen leven, omdat zij het zelf hebben meegemaakt en hebben overleefd. Bij Netwerk Hemelrijk delen jonge weduwen hun kennis en ervaringen. Hoe pak je je leven weer op? Hoe doe je dat vandaag? En morgen dan? Hoe doen en deden anderen dat? Waar kun je je verhalen delen? Je hart luchten? Praktische tips krijgen? Voor al deze vragen, maar ook als je antwoorden hebt: Netwerkhemelrijk.

Tekst: Femke Hagens

Marscha (45), Ingrid (33) en Odette (44)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *